Hoogeveen, Thijs
(2016)
Mentaliseren en geestelijke verzorging.
Master thesis, Master Geestelijke Verzorging.
Abstract
Door secularisatie en door steeds meer evidence-based werken in de zorg is de rol van
geestelijke verzorging in zorginstellingen in Nederland in de laatste decennia onder druk
komen te staan. Dit maakt het van belang dat het werk dat de ‘moderne’ geestelijk verzorger
doet onderbouwd kan worden. In deze scriptie is onderzocht in hoeverre wat de geestelijk
verzorger doet gelijkenissen vertoont met de door Allen, Bateman en Fonagy ontwikkelde
Mentalization Based Treatment (MBT) en in hoeverre (de theorie van) MBT bij kan dragen
aan een onderbouwing van het handelen en kunnen van de geestelijk verzorger. Het
onderzoek bestaat uit een theoretisch deel en een empirisch deel. In het theoretisch deel is de
theorie van MBT vergeleken met een algemene beschrijving van geestelijke verzorging aan
de hand van de beroepscode van de VGVZ en met een aantal vigerende methoden van
geestelijke verzorging: de hermeneutische benadering, de narratieve benadering en de
presentiebenadering, aangevuld met een vergelijking met de objectrelatietheorie volgens
Ogden. In het empirisch deel is onderzocht in hoeverre de geestelijk verzorger in de praktijk
gebruik maakt (van aspecten) van MBT, aan de hand van een analyse van 25 verslagen van
contacten tussen geestelijk verzorgers en patiënten. Uit het theoretisch deel komt naar voren
dat geestelijk verzorgers in een bepaalde mate gebruik lijken te maken van een mentaliserende
houding (de essentie van MBT). De theorie rond het aannemen en handhaven van een
mentaliserende houding lijkt hiermee bij te kunnen dragen aan een onderbouwing voor wat de
geestelijk verzorger doet. Het verblijven in een mentaliserende modus door de geestelijk
verzorger blijkt niet vanzelfsprekend, maar wel noodzakelijk wil de ander tot mentaliseren en
betekenisgeving kunnen komen. De geestelijk verzorger kan aspecten van een mentaliserende
houding daarom mogelijk ook als methodiek gebruiken, waarbij reflectie op het eigen
mentaliserend vermogen van belang is. Uit het theoretisch deel komt tevens naar voren dat
geestelijk verzorgers vermoedelijk ook gebruik maken van het (binnen MBT essentiële)
proces van affectspiegeling. Dit geeft mogelijk een belangrijk theoretisch kader voor wat er
gebeurt in de interactie tussen geestelijk verzorgers en patiënten en daarmee een
onderbouwing voor het handelen en kunnen van de geestelijk verzorger. De resultaten van het
empirisch deel geven een indicatie dat geestelijk verzorgers inderdaad gebruik maken van
aspecten van een mentaliserende houding en dat patiënten in de interactie (in een bepaalde
mate) tot mentaliseren komen. Hiermee wordt bevestigd dat de theorie rond het aannemen en
handhaven van een mentaliserende houding lijkt bij te kunnen dragen aan een onderbouwing
voor wat de geestelijk verzorger doet. Het wezenlijke spiegelingsproces blijkt (evenals een
aantal andere aspecten van een mentaliserende houding) echter moeilijk in de casuïstiek
waarneembaar. Dit komt doordat in de casuïstiek de interactie vaak niet volledig letterlijk is
weergegeven en doordat een groot deel van deze spiegelingen niet expliciet maar impliciet
(non-verbaal) plaatsvindt. Aangezien dit spiegelingsproces mogelijk een belangrijk
theoretisch kader kan bieden voor wat er gebeurt in de interactie, wordt aanbevolen om in
vervolgonderzoek videoanalyses uit te voeren van gesprekken tussen geestelijk verzorgers en
patiënten. Zo kan getoetst worden in hoeverre de wezenlijke spiegelingsprocessen (en andere
aspecten van MBT) plaatsvinden.
Type: |
Thesis
(Master)
|
Supervisors (RUG): |
Supervisor | E-mail | Tutor organization | Tutor email |
---|
Muthert, J.K. | J.K.Muthert@rug.nl | | | Verschuur, M.J. | M.J.Verschuur@rug.nl | | |
|
Degree programme: |
Master Geestelijke Verzorging |
Academic year: |
2014- 2015 |
Date of delivery: |
18 Nov 2016 |
Last modified: |
18 Nov 2016 12:46 |
URI: |
https://rcs.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/74 |
Actions (requires login)
|
View Item |