Dekker, Roel
(2018)
'In den beginne...'.
Master thesis, Master Theologie.
Abstract
Eind 2009 verschenen in diverse laanten artikelen met prikkelende koppen als "Openingszin
Bijbel kl opt niet" en "God schiep de aarde niet" .1 Aanleiding voor het schrijven van deze
artikelen was de inaugurele rede van Ellen van Wolde waarin ze ingaat op het gebruik, de
betekenis en interpretatie van het Hebreeuwse werkwoord ~i:l in Genesis 1: l-2:4a.2
In haar rede komt Van Wolde tot de conclusie dat:
" ... Genesis 1: 1-2 niet een tekst blijkt te zijn die gaat over een absoluut begin in de tijd,
maar over het begin van een bepaalde handeling. Vervolgens blijkt de handeling waarover
Gen 1: 1 spreekt, niet scheppen maar scheiden te zijn. En het begin van die scheiding betreft
de hemel en de aarde en niet het derde kosmische deel, de ondergrondse watermassa, die
reeds bestond en blijft bestaan ... Dus deze tekst ve1ielt niet over een creatio prima, een eerste
schepping, niet over een creatio ex nihilo, over een schepping uit het niets, en zelfs niet over
een schepping uit chaos ... ". 3
In deze scriptie onderzoek ik of de conclusies van Van Wolde de toets der kritiek kunnen
doorstaan. Hierbij richt ik mij met name op de conclusies van Van Wolde dat in Gen 1 geen
sprake is van een creatio ex nihilo, en dat het werkwoord ~i:l met scheiden vertaald moet
worden in plaats van met scheppen.
In hoofdstuk een geef ik haar onderzoek weer en analyseer ik de stappen die ze zet om
tot deze conclusies te komen. In hoofdstuk twee plaats ik het onderzoek van Van Wolde in
een breder kader, en ga ik in op de ontstaansgeschiedenis en de structuur van het scheppingsverhaal
in Gen 1 :1-2:4a. Of het in dit scheppingsverhaal wel of niet gaat om een absoluut
begin in de tijd en ofhierin wel of geen sprake is van een creatio ex nihilo, onderzoek ik in
het derde hoofdstuk aan de hand van een semantische analyse van Gen 1:1-5.
De tweede conclusie van Van W olde, dat het werkwoord ~i:l met scheiden ve1iaald
moet worden, en Gen 1: 1 dus niet spreekt over scheppen maar over scheiden, heeft ze voor
een belangrijk deel gebaseerd op haar uitleg van de syntaxis van Gen 1: 1-3. Echter, de
interpretatie van deze verzen is zeer omstreden. Daarom ga ik in hoofdstuk vier uitvoerig in op vier posities van interpretatie zoals we die in de literatuur tegenkomen, en op de positie die
Van Wolde hierin inneemt.
Of haar beide conclusies onmiskenbaar passen in het patroon van andere scheppingsverhalen
uit Mesopotamie, zoals Van Wolde beweert,4 onderzoek ik in hoofdstuk vijf. Hierin
geef ik een beschouwing van de relatie tussen het scheppingsverhaal uit Gen 1 en andere
scheppingsverhalen uit het oude Nabije Oosten. In hoofdstuk zes onderzoek ik of de stelling
van Van Wolde, dat ~i:i met scheiden in plaats van met scheppen vertaald moet worden,
toegepast kan worden op de rest van Gen 1 en andere plaatsen in het Oude Testament waar
~i:i gebrnikt wordt. In hoofdstuk zeven volgt een weergave van een aantal argumenten en
conclusies die Van Wolde gaandeweg haar onderzoek trekt, en kijk ik of deze de toets der
kritiek kunnen doorstaan. Tot slot volgt in hoofdstuk acht een samenvatting en kom ik tot de
conclusie dat het onderzoek van Van Wolde onvoldoende overtuigend is om over te gaan tot
een nieuwe interpretatie cq. vertaling van Gen 1 : 1-3.
Type: |
Thesis
(Master)
|
Supervisors (RUG): |
Supervisor | E-mail | Tutor organization | Tutor email |
---|
Ruiten, J.T.A.G.M. van | J.T.A.G.M.van.Ruiten@rug.nl | | | Popovic, M. | M.Popovic@rug.nl | | |
|
Degree programme: |
Master Theologie |
Academic year: |
2012- 2013 |
Date of delivery: |
16 Feb 2018 |
Last modified: |
16 Feb 2018 14:40 |
URI: |
https://rcs.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/342 |
Actions (requires login)
|
View Item |