van der Ven, Irene
(2020)
De zelfgekozen dood in Nederlandse kranten.
Master thesis, Master Geestelijke Verzorging.
Abstract
ls iemand besluit zijn of haar leven te beëindigen, wordt dit meestal als buitengewoon tragisch en ongewenst beschouwd. Maar er zijn situaties waarin zelfdoding als een acceptabele optie wordt gezien, en zelfs als een goede dood. Vaak gaat het dan om ouderen, en om mensen die ernstig lijden. En vrijwel altijd gaat het om een medisch gefaciliteerde vorm van sterven.
In een tijd waarin levensbeëindiging bij voltooid leven in Nederland volop in de belangstelling staat is het goed te weten welke discoursen gevoerd worden over zelfdoding, en welke onderliggende agenda’s en machtsverhoudingen hierbij een rol spelen. Dit onderzoek schept hierover duidelijkheid.
In dit onderzoek heb ik het discours over de zelfgekozen dood in Nederland verkend in 1108 krantenartikelen over een periode van bijna 50 jaar. Deze artikelen heb ik onderverdeeld in zes categorieën, aan de hand van het hoofdonderwerp: 1/ euthanasie, 2/ levensbeëindiging bij voltooid leven, 3/ balanssuïcide, 4/ zelfdoding bij psychische, sociale en persoonlijke problematiek, 5/ suïcide als volksgezondheidsprobleem, en 6/ zelfmoord als criminele daad. Voor deze categorieën heb ik door middel van thematische analyse het woordgebruik, de onderliggende waardeoordelen, de veronderstelde autoriteiten en de relevante thema’s onderzocht.
Ik vond vijf samenhangende clusters van ideeën en oordelen over zelfdoding, oftewel vijf discoursen. Twee ervan gaan over de mogelijkheid van zelfdoding als goede dood, de drie overige beschrijven zelfdoding als slechte dood.
1. Medisch discours: Een medisch gefaciliteerde zelfdoding in geval van ondraaglijk lijden. Barmhartigheid, zelfbeschikking, zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid van medische professionals is belangrijk. Wordt onder deze voorwaarden vaak als goede dood gezien.
2. Autonomie discours: Een zelfgekozen dood, bij voorkeur op hogere leeftijd en in samenspraak met anderen, als het individuele levensproject succesvol is afgerond, of als door afhankelijkheid en aftakeling de individuele waardigheid wordt bedreigd. Zelfbeschikking, waardigheid, en een milde methode zijn hierbij criteria voor een goede dood. De verantwoordelijkheid ligt bij de individu.
3. Psychologisch discours: Zelfdoding is geen echte keuze, maar een symptoom van een psychische ziekte. Deze dood is vaak eenzaam, gewelddadig en op te jonge leeftijd, en hiermee geen goede dood. Door de ziekte kan er geen sprake zijn van autonomie; hulpverleners moeten deze dood voorkomen.
4. Volksgezondheidsdiscours: Suïcide is een oorzaak van onnodige sterfte. Dit is in alle gevallen een slechte dood. Signalering en brede inzet van preventie kunnen en moeten de suïcidecijfers terugdringen. Er is geen eigen keuze maar een dreiging of symptoom: suïcidaliteit. De verantwoordelijkheid ligt dan ook bij de maatschappij. Er is vooral aandacht voor jongeren.
5. Moreel discours: Een zelfgekozen dood kan in bepaalde gevallen ernstige maatschappelijke schade veroorzaken. De dader kiest bewust voor de zelfdoding. Zijn of haar motieven, en de (vaak gewelddadige) methode worden sterk veroordeeld. De dader wordt buiten de maatschappelijke orde geplaatst.
Om meer in de diepte te gaan heb ik vier krantenartikelen nader bekeken door middel van een gedetailleerde discoursanalyse. Hierbij heb ik bekeken wanneer een bepaald (dominant of alternatief) discours gekozen wordt en waarom, wat de uitwerking hiervan is op het artikel, de hoofdpersonen, en op de bredere discussie.
Het onderzoek maakt duidelijk dat er in Nederland naast de gebruikelijke discoursen over zelfdoding als slechte, ongewenste dood, twee discoursen aanwezig zijn die onder bepaalde voorwaarden
Samenvatting 2
zelfdoding als een goede dood presenteren. Beiden omschrijven een goede dood als een zelfgekozen dood die op oudere leeftijd plaatsvindt, waar weloverwogen voor gekozen wordt, die niet in eenzaamheid of gewelddadig wordt uitgevoerd, en waarbij hulp of regulatie wordt geboden door (medische) professionals.
Binnen het huidige debat over ‘voltooid leven’ zijn deze beide discoursen over de goede dood terug te vinden en is er nog geen dominant discours.
Type: |
Thesis
(Master)
|
Supervisors (RUG): |
Supervisor | E-mail | Tutor organization | Tutor email |
---|
Jedan, C. | | Faculteit GGW, Cultuurgeschiedenis van het Christendom | C.Jedan@rug.nl | Mathijssen, B.M.H.P. | | Faculteit GGW, Religiepsychologie (met speciale aandacht) Geestel | Brenda.Mathijssen@rug.nl |
|
Degree programme: |
Master Geestelijke Verzorging |
Academic year: |
2019-2020 |
Date of delivery: |
12 Mar 2021 12:21 |
Last modified: |
12 Mar 2021 12:21 |
URI: |
https://rcs.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/574 |
Actions (requires login)
|
View Item |